• Contact
  • Zoeken in edities
  • Volledig scherm

  • Miskraam
    Miskraam
  • Weer thuis na de bevalling
    Weer thuis na de bevalling
  • Prenataalonderzoek
    Prenataalonderzoek
  • Voeding voor uw baby
    Voeding voor uw baby
  • testen op HIV
    testen op HIV
  • zwangerschaps cholestase
    zwangerschaps cholestase
  • Rechten in de zorg
    Rechten in de zorg
  • Geboortecentrum
    Geboortecentrum
  • Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
    Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht
  • schildklierafwijkingen in de zwangerschap
    schildklierafwijkingen in de zwangerschap
  • Anesthesie bij de keizersnede
    Anesthesie bij de keizersnede
  • zwanger en een hoge body-mass index (BMI)
    zwanger en een hoge body-mass index (BMI)
  • bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap
    bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap
  • Sterilisatie
    Sterilisatie
  • SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap
    SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap
  • De baby voelen bewegen
    De baby voelen bewegen
  • Zwanger van een te kleine baby
    Zwanger van een te kleine baby
  • Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer
    Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer
  • alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap
    alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap
  • Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap
    Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap
  • Tweelingzwangerschap en andere meerlingen
    Tweelingzwangerschap en andere meerlingen
  • Totaalruptuur
    Totaalruptuur
  • myomen  ( tijdens de zwangerschap)
    myomen ( tijdens de zwangerschap)
  • Prematuren weeën en premature geboorte
    Prematuren weeën en premature geboorte
  • Zwanger en diabetes
    Zwanger en diabetes
  • Vaginale kunstverlossing
    Vaginale kunstverlossing
  • Stuitligging en versie
    Stuitligging en versie
  • Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen
    Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen
  • zwangerschap beïndiging onder de 24 weken
    zwangerschap beïndiging onder de 24 weken
  • Echoscopie tijdens de zwangerschap
    Echoscopie tijdens de zwangerschap
  • Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum
    Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum
  • Verlies van uw baby
    Verlies van uw baby
  • Obductie
    Obductie
  • Groep-B streptokok in de zwangerschap
    Groep-B streptokok in de zwangerschap
  • Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.
    Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.
  • Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen
    Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen
  • Voeding voor de zwangere
    Voeding voor de zwangere
  • Gebroken vliezen bij een zwangerschap
    Gebroken vliezen bij een zwangerschap
  • Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
    Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
  • Inleiding van de bevalling
    Inleiding van de bevalling
  • Keizersnede
    Keizersnede
  • Opname op verloskunde
    Opname op verloskunde
  • Overplaatsing van de IC of HC naar de MC
    Overplaatsing van de IC of HC naar de MC
  • Rickham reservoir
    Rickham reservoir
  • MRI
    MRI
  • VP drain
    VP drain
  • Fototherapie
    Fototherapie
  • Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis
    Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis
  • Sepsis
    Sepsis
  • Bronchopulmonale dysplasie
    Bronchopulmonale dysplasie
  • Hersenbloeding bij een pasgeborene
    Hersenbloeding bij een pasgeborene
  • IRDS
    IRDS
  • Meconiumaspiratiesyndroom
    Meconiumaspiratiesyndroom
  • Necrotiserende enterocolitis
    Necrotiserende enterocolitis
  • Neonatale convulsies
    Neonatale convulsies
  • Open ductus Botalli
    Open ductus Botalli
  • Persisterende pulmonale hypertensie
    Persisterende pulmonale hypertensie
  • Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie
    Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie
  • Prematuren retinopathie (rop)
    Prematuren retinopathie (rop)
  • Prematuriteit
    Prematuriteit
  • Koeling
    Koeling
  • Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker
    Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker
  • Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging
    Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging
  • Aangepaste bezoektijden
    Aangepaste bezoektijden

6

Na de bevalling en het ontslag

 

Na de bevalling .

Ook bij ernstige vormen van zwangerschapshypertensie zoals pre-eclampsie en HELLP-syndroom treedt na de bevalling spontane genezing op. Vrijwel altijd adviseert de gynaecoloog om na de bevalling een aantal dagen in het ziekenhuis te blijven.

Naarmate de hypertensie ernstiger was, kan het herstel langer duren. Als u bloeddrukverlagende medicijnen hebt gekregen moet u deze na de bevalling meestal nog enige tijd blijven gebruiken.

Verreweg de meeste vrouwen die een ernstige vorm van zwangerschapshypertensie hebben gehad, zijn binnen twee weken na de bevalling weer thuis en genezen uiteindelijk weer volledig. Behalve de ernst van de zwangerschapshypertensie is voor het herstel ook van belang hoe u bevallen bent. Een kraamvrouw knapt na een gewone bevalling sneller op dan na een keizersnede.

 

Meestal kunt u ook bij ernstige zwangerschapshypertensie uw baby borstvoeding geven. Als u veel te vroeg bevallen bent, moet u de eerste tijd de voeding afkolven. Baby’s die veel te vroeg geboren zijn, kunnen de eerste tijd nog niet zelf drinken omdat zij te zwak zijn. Ze krijgen de voeding via een sonde, een dun slangetje dat in de maag wordt ingebracht.

Als u na de bevalling medicijnen in verband met de bloeddruk gebruikt, bespreekt de gynaecoloog of kinderarts met u of uw baby borstvoeding mag krijgen.

Bij de meeste middelen wordt borstvoeding afgeraden, maar de indruk bestaat dat methyldopa, nifedipine, labetolol en magnesiumsulfaat slechts in kleine hoeveelheden in de moedermelk terechtkomen en onschadelijk zijn voor de baby.

 

Emotionele aspecten.

Welke naam er ook aan gegeven wordt: ernstige zwangerschapshypertensie, pre-eclampsie, eclampsie, HELLP-syndroom het is voor u een emotioneel zware tijd. Vaak is er een plotselinge overgang van een normale, gezonde zwangerschap naar een periode met angst en zorgen. Het is vaak moeilijk te accepteren dat het lichaam ‘faalt’. Sommige vrouwen voelen zich hier ten onrechte! soms zelfs schuldig over.

 

Door het ernstig ziek zijn kunt u zich soms niet alles herinneren. Anderzijds maakt een opname op een intensivecareafdeling vaak diepe indruk.

Uw partner maakt zich in deze periode vaak ernstige zorgen over moeder en kind en heeft tegelijkertijd vaak het gevoel er alleen voor te staan. U kunt te maken krijgen met een langdurige opname van de baby op een couveuse-afdeling met de bijbehorende zorgen.

Het is voor het verwerkingsproces belangrijk dat u zo goed mogelijk geïnformeerd wordt over wat er met u gebeurt of is gebeurd. Bedenk daarom voordat u voor nacontrole komt bij de gynaecoloog welke vragen u nog hebt of welke stukken in uw herinnering nog onduidelijk zijn.

 

Na het ontslag.

Als u een ernstige vorm van zwangerschapshypertensie heeft gehad kan het vele weken, zo niet maanden duren voordat u zich lichamelijk weer fit voelt.

Ook emotioneel moet u herstellen van de zwangerschap, de bevalling en alle spanning daaromheen. De huisarts, de gynaecoloog of de kinderarts kan u hierin begeleiden. Contact met lotgenoten die iets dergelijks hebben meegemaakt biedt vaak goede steun.

De patiëntenvereniging Stichting HELLP-syndroom kan hierin bemiddelen.

Enige weken na het ontslag uit het ziekenhuis komt u terug bij de gynaecoloog op de polikliniek. De gynaecoloog controleert de bloeddruk en laat soms nog aanvullend bloedonderzoek naar de stolling en de stofwisseling doen.

 

De volgende zwangerschap.

Bij zeer ernstige zwangerschapshypertensie of eclampsie is er een kleine kans op herhaling in een volgende zwangerschap. Het verloop is dan vaak minder ernstig. Een gesprek met de gynaecoloog voorafgaand aan een volgende zwangerschap geeft u informatie over wat u in een volgende zwangerschap kunt verwachten. De begeleiding van een volgende zwangerschap gebeurt door de gynaecoloog. Na een zwangerschap waarbij er sprake was van een lichte pre-eclampsie, en waarbij u na 37 weken zwangerschapsduur bevallen bent van een baby met een normaal gewicht, bestaat er een overlegsituatie.

De verloskundige of de huisarts kan dan met de gynaecoloog overleggen of controle door de gynaecoloog tijdens de zwangerschap gewenst is. Als u een keizersnede hebt gehad, hebt u echter bij een volgende bevalling altijd een medische indicatie voor de bevalling.

 

Tot slot.

In deze brochure worden de gevolgen van een lichte en een ernstige zwangerschapshypertensie beschreven. Gelukkig komt dat laatste zelden voor, en bij de meeste vrouwen is de afloop van de zwangerschap ondanks eventuele complicaties gunstig. Mocht u naar aanleiding van deze brochure nog vragen hebben, aarzel dan niet ze met uw gynaecoloog, huisarts of verloskundige te bespreken.

 

Om verder te lezen.

De Stichting HELLP-syndroom geeft onder andere een folder, brochure en syllabus uit met informatie over het HELLP-syndroom en een brievenbundel met ervaringen van lotgenoten. Tevens verschijnt drie maal per jaar het

donateursblad Inzicht, dat actuele medische informatie bevat, evenals ervaringsverhalen, vragen en antwoorden, reacties van lezers en informatie over activiteiten van de Stichting.

 

Patiëntenorganisaties.

• Stichting HELLP-syndroom, Postbus 636, 3800 AP Amersfoort; tel. 052 94 270 00. Deze stichting is in 1994 opgericht en heeft onder meer als doelstellingen het geven van informatie over ernstige vormen van zwangerschapshypertensie, en de organisatie van lotgenotencontacten.

• Vereniging van Ouders van Couveusekinderen, Postbus 53178, 1007 RD Amsterdam; tel. 020 67 937 42.

• Vereniging Keizersnede-ouders, Postbus 404, 3440 AK Woerden; tel. 034 84 203 90

 

 

Woordenlijst.

auto-immuunziekte: ziekte waarbij het eigen afweersysteem de weefsels of organen beschadigt.

conditie: (van de baby): een woord dat gebruikt wordt om aan te geven hoe de baby het maakt.

corticosteroïd : bijnierschorshormoon dat toegediend wordt aan de moeder om voor de geboorte de longrijping bij de baby te versnellen.

CTG : c ardio t oco g ram, hartfilmpje, registratiemethode om de conditie van de baby in de gaten te houden.

Eclampsie : stuipen die optreden als complicatie van zeer ernstige zwangerschapshypertensie.

HELLP-syndroom : ernstige vorm van zwangerschapshypertensie met afbraak van rode bloedcellen, schade aan de lever en een laag aantal bloedplaatjes.

Hypertensie: hoge bloeddruk.

Infuus : slangetje in een bloedvat van de arm of hand voor het toedienen van medicijnen, bloed of vocht.

mmHg: millimeter kwik, een maat voor het weergeven van de bloeddruk.

Oedeem: zwelling door ophoping van vocht.

Placenta : moederkoek.

Pre-eclampsie: een ernstige vorm van zwangerschapshypertensie waarbij er eiwit in de urine wordt gevonden of andere tekenen van tijdelijke orgaanbeschadiging zijn.

Stuipen : trekkingen van de armen en benen; soms wordt er op de tong gebeten en er kan urineverlies optreden.

Systolische bloeddruk : bovendruk.

Diastolische bloeddruk : onderdruk .

 

 

Deze informatie is overgenomen vanuit de NVOG ( Nederlands Vereniging Obstetrie en Gynaecologie) met aanpassingen die gelden voor het WKZ geboortecentrum.

Voor meer informatie klik hier

Pre-eclampsie

Bevallen met een pre-eclampsie

 

De enige manier om de oorzaak van zwangerschapshypertensie te behandelen is het beëindigen van de zwangerschap. Alle andere behandelingen bestrijden alleen symptomen en proberen complicaties te voorkomen. Bij ernstige pre-eclampsie, HELLP-syndroom en wordt daarom vaak overwogen de zwangerschap te beëindigen. Daarbij zijn de duur van de zwangerschap, de groei en de conditie van het kind en de conditie van de moeder van belang.

Bij voorkeur wordt de bevalling ingeleid. Als inleiden niet mogelijk is, of als de conditie van de baby of de moeder dit niet toelaat, wordt een keizersnede overwogen. Vaak is een ruggenprik mogelijk. Soms, bijvoorbeeld bij afwijkende bloedstolling, is narcose veiliger. Als de geboorte plaatsvindt vóór 36-37 weken of als de baby te licht is, is opname op de couveuse-afdeling noodzakelijk.

Medicijnen

 

Medicijnen.

De gynaecoloog kan medicijnen geven om te proberen complicaties van ernstige zwangerschapshypertensie voor moeder of kind te voorkomen. Vaak begint men met tabletten; bij ernstiger vormen van zwangerschapshypertensie worden medicijnen via een infuus toegediend.

 

Bloeddrukverlagende middelen.

Als de onderdruk bij herhaling te hoog is, kunnen bloeddrukverlagende medicijnen worden gegeven. “Er zijn verschillende middelen: alfamethyldopa (Aldomet®), nifedipine (Adalat®) en labetolol (Trandate®) zijn in tabletvorm beschikbaar. Dit laatste middel kan ook per infuus worden toegediend.

De belangrijkste bijwerkingen van deze bloeddrukverlagende middelen zijn hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, hartkloppingen, misselijkheid en braken.

 

Medicijn die stuipen voorkomen en stoppen.

Om stuipen te stoppen en nieuwe stuipen te voorkomen geeft de gynaecoloog via een infuus magnesiumsulfaat. Magnesiumsulfaat kan aan het begin van de behandeling even een sterk warmtegevoel, misselijkheid, braken en een raar gevoel in de keel en op de tong veroorzaken.

Ook een brandend gevoel in de arm waarin het infuus zit komt vaak voor. Dit is vervelend, maar kan geen kwaad.

 

Medicijnen die de longrijping van de baby versnellen.

Als er een kans is dat de baby voor 33-34 weken geboren wordt, geeft men vaak corticosteroïden (bijnierschorshormonen) om de longen van de baby sneller te laten rijpen. Deze medicijnen worden via een injectie (prik) aan de moeder toegediend.

 

 

Risico's van een pre-eclampsie

 

De kans op complicaties bij een pre-eclampsie neemt toe. Het is dan beter dat je wordt opgenomen. De ernst en het verloop van pre-eclampsie kunnen sterk wisselen. Sommige vrouwen hebben lange tijd weinig of geen klachten, andere worden in korte tijd ernstig ziek.

 

De klachten die kunnen voorkomen zijn:

-hoofdpijn

-oedeem in benen, handen en het gezicht. Maar in een later stadium ook op andere plekken in het lichaam.

-Tintelende vingers

-Flitsen zien

-Moeheid

Bij ernstige zwangerschapshypertensie en pre-eclampsie treden in zeer zeldzame gevallen stuipen (insulten of convulsies) op.

Er wordt dan gesproken van eclampsie. Stuipen zijn trekkingen van de armen en benen. Soms wordt er op de tong gebeten, en kan er sprake zijn van urineverlies. De vrouw merkt er zelf niets van doordat zij even in coma raakt.

De gynaecoloog geeft medicijnen om de stuipen te stoppen en nieuwe insulten te voorkomen. Zeer intensieve bewaking is noodzakelijk, soms op een intensive-careafdeling. Eclampsie is een zeer ernstige situatie, die in enkele gevallen levensbedreigend kan zijn door bijkomende complicaties als hersenbloeding, lever- of nierbeschadiging of problemen met de bloedstolling.

 

Gelukkig herstellen de meeste vrouwen uiteindelijk helemaal. Wel is er meer risico voor de gezondheid van de baby. Complicaties zoals het loslaten van de placenta komen vaker voor.

 

Inleiding

 

Gelukkig zijn ernstige vormen en complicaties van zwangerschapshypertensie zeldzaam. Wanneer er naast de hoge bloeddruk ook een abnormale hoeveelheid eiwit in de urine aanwezig is, spreekt men niet meer van zwangerschapshypertensie maar van pre-eclampsie.

 

Een speciale vorm van ernstige zwangerschapshypertensie is het HELLP-syndroom. Deze vormen van ernstige zwangerschapshypertensie wordt op de volgende pagina in deze brochure besproken.

Ze komen gelukkig weinig voor: bij minder dan 2% van de vrouwen die voor de eerste keer zwanger zijn. In een volgende zwangerschap zijn ernstige vormen van zwangerschapshypertensie nog zeldzamer.

 

HELLP

HELLP

De Bevalling

Medicijnen

Risico's

Inleiding

  • MENU
  • 4 - 6
Overzicht edities

Miskraam

Weer thuis na de bevalling

Prenataalonderzoek

Voeding voor uw baby

testen op HIV

zwangerschaps cholestase

Rechten in de zorg

Geboortecentrum

Zwangerschap & Bevalling in het UMC Utrecht

schildklierafwijkingen in de zwangerschap

Anesthesie bij de keizersnede

zwanger en een hoge body-mass index (BMI)

bloedverlies tijdens de gevorderde zwangerschap

Sterilisatie

SSRI medicatie tijdens en na de zwangerschap

De baby voelen bewegen

Zwanger van een te kleine baby

Serotien, zwangerschap van 40 weken en meer

alcohol, roken en drugs tijdens de zwangerschap

Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap

Tweelingzwangerschap en andere meerlingen

Totaalruptuur

myomen ( tijdens de zwangerschap)

Prematuren weeën en premature geboorte

Zwanger en diabetes

Vaginale kunstverlossing

Stuitligging en versie

Bloedgroep, rhesus factor en irregulaire antistoffen

zwangerschap beïndiging onder de 24 weken

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Maatschappelijkwerk in het WKZ geboortecentrum

Verlies van uw baby

Obductie

Groep-B streptokok in de zwangerschap

Wanneer contact opnemen, en wat mee te nemen als de bevalling begint.

Pijnbestrijding tijdens de bevalling met medicijnen

Voeding voor de zwangere

Gebroken vliezen bij een zwangerschap

Hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap

Inleiding van de bevalling

Keizersnede

Opname op verloskunde

Overplaatsing van de IC of HC naar de MC

Rickham reservoir

MRI

VP drain

Fototherapie

Richtlijnen en adviezen bij ontslag naar huis

Sepsis

Bronchopulmonale dysplasie

Hersenbloeding bij een pasgeborene

IRDS

Meconiumaspiratiesyndroom

Necrotiserende enterocolitis

Neonatale convulsies

Open ductus Botalli

Persisterende pulmonale hypertensie

Post-hemorrhagische ventrikel dilatatie

Prematuren retinopathie (rop)

Prematuriteit

Koeling

Overplaatsing van NICU naar afdeling Kikker

Levensoriëntatie & Geestelijke Verzorging

Aangepaste bezoektijden